A Algemene voorwaarden:
A1: De omgeving moet participeren in het project
Het uitgangspunt is dat iedere inwoner van de gemeente Boxtel mee kan doen. Hoe meer mensen meedoen hoe hoger de score op dit onderdeel. Daarnaast moet er een substantieel bedrag van de opbrengst ten goede komen aan de gemeenschap. Bij de participatie maken we onderscheid in:
- Participatie vooraf.
De initiatiefnemers moeten aangeven hoe de dialoog met de omgeving eruit ziet. En verder hoe ze draagvlak willen bereiken voor het initiatief.
- Investeren in de omgeving.
De participatie van het project in de omgeving, bijvoorbeeld door ofwel materiele participatie in de omgeving ofwel investeringen in de omgeving.
- Financiële participatie.
De initiatiefnemers moeten motiveren hoe de omgeving (bijvoorbeeld omwonenden, inwoners gemeente of regio) financieel participeert. Daarbij gaan we uit van minimaal 50% lokaal eigenaarschap uit het Klimaatakkoord. De financiële participatie is ook mogelijk in de vorm van een jaarlijkse storting in een duurzaamheids- of omgevingsfonds. Dat kan bijvoorbeeld een bedrag zijn per opgewekt megawattuur.
De weging van dit criterium is maximaal 25% van de totale score.
A2: De biodiversiteit op en direct nabij de projectlocatie moet toenemen
De indieners moeten de nul- en verwachte eindsituatie vermelden én hoe ze die eindsituatie willen bereiken. Gelet wordt op voorstellen in het plan om de biodiversiteit en ecologische versterking zo concreet mogelijk maken. Extra punten zijn te verdienen als de indieners kunnen aangeven hoe ze de populatieversterking om en op het terrein vergroten. Dat kan onder meer door rekening te houden met de plaats van en het soort omheining.
De weging van dit criterium is maximaal 25% van de totale score.
A3: De ruimtelijke kwaliteit moet zijn geborgd met een landschappelijk inpassingsplan.
Verzoeken voor zonneparken die helemaal liggen in gebieden die de visie uitsluit, worden niet in behandeling genomen. De initiatiefnemer maakt duidelijk waarom het project op de betreffende locatie past en waarom dit een goede landschappelijke inpassing heeft. Bovendien maakt de initiatiefnemer duidelijk welke negatieve en positieve aspecten kleven aan het initiatief op de gekozen locatie.
De panelen moeten aaneengesloten liggen en rekening houden met de structuur van de kavels in het gebied. De indiener moet de inzet van landbouwkundig minder geschikte gronden inhoudelijk motiveren. Als er sprake is van gronden in de groenblauwe mantel of grond met een waterbergingsopgave moeten de initiatiefnemers motiveren hoe in of nabij het zonnepark een bijdrage wordt geleverd aan landschap, ecologie of waterberging.
De weging van dit criterium is maximaal 25% van de totale score.
A4: De maatschappelijke kosten voor inpassing op het elektriciteitsnetwerk
Hierbij kijkt de werkgroep naast de maatregelen genoemd in de visie ook naar de mogelijkheid om de aansluiting van meerdere zonneparken uit de voorkeursvolgorde te combineren. Initiatiefnemers hebben contact gehad met de netbeheerder en zo mogelijk een offerte ontvangen. De werkgroep maakt een inschatting van de noodzaak voor hogere investeringen in het elektriciteitsnetwerk
De weging van dit criterium is 20% van de totale score.
A5: De recreatieve/toeristische waarde moet toenemen
We verzoeken de initiatiefnemers toe te lichten hoe het park een bijdrage levert aan de belevingswaarde. Dat kan bijvoorbeeld door opname van een tuinpad in de zone voor de landschappelijke inpassing.
De weging van dit criterium is 5% van de totale score.
B Voorwaarden voor het gebied (locatie specifiek):
B1: In een gebied met een waterbergingsfunctie wordt hieraan invulling gegeven
Deze voorwaarde geldt voor parken die geheel of gedeeltelijk liggen in gebieden met een waterbergingsopgave. De toelichting in het initiatief over dit onderwerp betrekt de werkgroep bij de score voor de voorwaarde ‘A3: De ruimtelijke kwaliteit moet zijn geborgd met een landschappelijk inpassingsplan’.
B2: Afname van de stikstofdepositie in een zone van 1 kilometer rondom de Kampina
Dit criterium geldt met name voor parken die geheel of gedeeltelijk liggen in dit gebied. De werkgroep betrekt bij de afweging in dit onderdeel ook zonneparken aan de rand van dit gebied. De voorwaarde hierbij is dat dit leidt tot een aanzienlijke vermindering van de uitstoot van stikstof. De toelichting in het initiatief over dit onderwerp betrekt de werkgroep bij de score voor de voorwaarde ‘A3: De ruimtelijke kwaliteit moet zijn geborgd met een landschappelijk inpassingsplan’.